Onze taaladviezen
Tekstschrijven is een vak. En bij het schrijven van teksten komen veel taalvragen voorbij. Dit naslagwerk geeft erop antwoord. Het is bestemd voor iedereen die heldere en informatieve teksten wil schrijven en vloeit voort uit onze jarenlange praktijk.
Zinsbouw
Tante Betjes
Ongeoorloofde samentrekkingen
Foutief beknopte bijzinnen
Elliptische zinnen
Getal van de persoonsvorm
Het is niet moeilijk in het Nederlands een zogenaamde Tante Betje te produceren. Tante Betjes zijn zinnen waarin het onderwerp ten onrechte na de persoonsvorm wordt geplaatst. De naam is afkomstig van taalcriticus Charivarius, die de fout veelvuldig aantrof in de brieven van zijn tante Betje (Schrijfwijzer). De fout ontstaat in twee nevenschikkende zinnen die worden verbonden met de voegwoorden en, maar of want. Beide zinnen aan weerszijden van het voegwoord zijn hoofdzinnen en horen dus de volgorde onderwerp-persoonsvorm te hebben. Een Tante Betje ontstaat wanneer er in de eerste hoofdzin een bepaling wordt toegevoegd, waardoor er inversie van onderwerp en persoonsvorm plaatsvindt.
Voorbeelden
1. Volgende week ga ik met vakantie en vlieg ik naar Spanje.
2. *Volgende week ga ik met vakantie en ga ik nu mijn koffers pakken.
3. *Volgende week ga ik met vakantie en ga nu mijn koffers pakken.
4. Volgende week ga ik met vakantie en ik ga nu mijn koffers pakken.
Zin 1 is juist. Volgende week slaat hier op zowel het gedeelte voor en als het gedeelte erna. Dit is een geoorloofde samentrekking van Volgende week ga ik met vakantie en (volgende week) vlieg ik naar Spanje. De zinnen 2 en 3 zijn Tante Betjes. In zin 2 kan het gedeelte na het voegwoord niet terugslaan opVolgende week. Na en begint dus een nieuwe hoofdzin, waarbij onderwerp vóór persoonsvorm hoort te staan. In zin 3 is het onderwerp zelfs ten onrechte weggelaten; deze ongrammaticale zin is een combinatie van Tante Betje en ongeoorloofde samentrekking. Zin 4 laat zien hoe een Tante Betje is te vermijden: na en, maar of want eerst het onderwerp noemen.
Een ongeoorloofde samentrekking is verwant aan een Tante Betje. In een ongeoorloofde samentrekking worden zinsdelen – meestal het onderwerp of lijdend voorwerp – ten onrechte weggelaten. Dat kan gebeuren doordat er inversie heeft plaatsgevonden in de eerste hoofdzin (zie zinnen 5 en 6). Een samentrekking is tevens niet geoorloofd wanneer het weggelaten zinsdeel in het eerste deel een andere functie heeft dan in het tweede deel (Schrijfwijzer).
Voorbeelden
5. Ik heb vakantie en vlieg naar Spanje.
6. *Volgende week heb ik vakantie en vlieg naar Spanje.
7. *Deze beslissing draait ons bedrijf de nek om, maar moeten we slikken.
8. *Piets verjaardag hebben we flink gevierd en was een prachtige dag.
9. *De schrijver ligt deze stijl niet en kan er niet mee overweg.
10. *Ondanks grove malversaties is hij met eer uit zijn functie ontheven en een vette bonus beloofd.
11. *Ze heeft een schitterende jurk aan en er volop van genoten.
Zin 5 is correct. Daarin vindt een geoorloofde samentrekking plaats van Ik heb vakantie en (ik) vlieg naar Spanje uit. In beide hoofdzinnen heeft ik namelijk dezelfde functie: onderwerp. In zin 6 heeft inversie plaatsgevonden. Samentrekking leidt hier tot een ongrammaticaal tweede deel: Volgende week vlieg naar Spanje. Daarom moet ik in het tweede deel van de zin worden herhaald. Ook zin 7 is ongrammaticaal, doordat Deze beslissing in het eerste deel onderwerp is en in het tweede deel lijdend voorwerp van moeten we slikken. In zin 8 is sprake van het tegenovergestelde: Piets verjaardag is daar in het eerste deel lijdend voorwerp en in het tweede deel onderwerp. In de zinnen 9 en 10 vinden er foutieve samentrekkingen plaats van meewerkend voorwerp en onderwerp. In zin 11 is heeft in het eerste deel een zelfstandig werkwoord, maar in het tweede deel – waar het is weggelaten – fungeert het als hulpwerkwoord bij er volop van genoten.
In een beknopte bijzin kunnen onderwerp en voegwoord worden weggelaten en verandert het gezegde in een infinitief:
Voorbeelden
1. Nadat hij de rode kaart had gekregen, stapte hij woedend het veld af.
2. Na de rode kaart te hebben gekregen, stapte hij woedend het veld af.
In een foutief beknopte bijzin wijst het weggelaten onderwerp niet vooruit naar het onderwerp in de hoofdzin (Schrijfwijzer).
Voorbeelden
1. *Aangedaan door zoveel leed was zijn verdriet onpeilbaar.
2. *Op het vakantieadres gearriveerd bleek de poort van de camping gesloten.
3. *Na zich tot in de puntjes te hebben voorbereid, onderging de baby de complexe hartoperatie.
In deze zinnen is het verdriet aangedaan, is de poort van de camping gearriveerd en heeft de baby zich tot in de puntjes op zijn eigen complexe hartoperatie voorbereid.
Een aanverwante - en tegenwoordig steeds populairdere - fout komt voor in constructies met Naast… (in de betekenis van los van, afgezien van).
Voorbeelden
1. *Naast de tijdwinst waren we ons ervan bewust dat dit product onze klanten kostenbesparingen zou opleveren.
2. We waren ons ervan bewust dat dit product behalve tijdwinst ook kostenbesparingen zou opleveren.
3. We wisten dat dit product voor onze klanten niet alleen tijdwinst, maar ook kostenbesparingen zou opleveren.
In zin 1 lijkt het alsof het lichtje uiteindelijk ging branden toen de sprekers zich naast de tijdwinst bevonden – in plaats van naast de koffiemachine. De zinnen 2 en 3 laten mogelijkheden zien om deze fout te vermijden.
In elliptische zinnen worden woorden weggelaten die de lezer er gemakkelijk bij kan denken. Voor de mate van ongrammaticaliteit bevinden we ons hier op een glijdende schaal. Hieronder enkele voorbeelden die volgens Schrijfwijzer op het randje zijn:
1. (De vormgeving van) Deze tafel is goed uitgedacht.
2. De missive (waarin stond vermeld) dat er geen subsidies meer mogen worden verstrekt, is gisteren ondertekend.
3. Ondanks (het feit) dat alle fouten zijn verholpen, blijft het een slechte tekst.
4. Alle drie brieven gaan over (de vraag) wanneer je de kaart moet inleveren.
Ondanks het feit dat de Schrijfwijzer coulance betoont tegenover deze voorbeelden, is het raadzaam dit soort beknopt taalgebruik te vermijden.
Een groeiend verschijnsel in het Nederlands taalgebruik is het ongeoorloofd weglaten van complete zinsdelen. Vooral het weglaten van een voorzetselvoorwerp met er- in bijzinconstructies met dat is sterk in opmars, niet alleen in spreektaal, maar steeds vaker ook in schrijftaal. Vergelijkbaar hiermee is het weglaten van het feit of het.
Voorbeelden
1 .*We moeten zorgen dat… > We moeten ervoor zorgen dat…
2. *Dat heeft te maken dat… > Dat heeft ermee te maken dat…
3. *Ik ben overtuigd dat… > Ik ben ervan overtuigd dat…
4. *Dat ligt aan dat… > Dat ligt aan het feit dat…
5. *Ik ben met je eens dat… > Ik ben het met je eens dat…
We kunnen tevens vraagtekens zetten bij zinnen waarin vragende voornaamwoorden de rol van voorzetselvoorwerp vervullen, zoals in de eerste zin van onderstaande voorbeelden. Soms wordt zelfs het voorzetsel weggelaten, zoals in zin 2. In de derde zin staat de correcte manier van oplossen.
Voorbeelden
1. Wij verwonderen ons over hoe dit probleem wordt opgelost.
2. Wij verwonderen ons hoe dit probleem wordt opgelost.
3. Wij verwonderen ons over de manier waarop dit probleem wordt opgelost.
Onderwerpen bestaande uit twee of meer leden die elk een verschillende persoonsvorm vereisen, veroorzaken grote problemen in het Nederlands. In de ANS lezen we dat de persoonsvorm zich in zulke gevallen bij voorkeur aanpast aan het dichtstbijzijnde lid.
Voorbeelden
1. Jij of wij zullen voor dat kind moeten zorgen.
2. Een of meer personen nemen de ruimte in beslag.
Maar dat blijft wringen. Gelukkig is dit soort zinnen meestal heel eenvoudig te herformuleren.
Zowel… als
In de constructie Zowel… als heeft de persoonsvorm enkelvoud. Dat wordt duidelijk door de volgende voorbeelden:
1. Zowel Piet als Jan gaat naar school.
2. Piet, zowel als Jan, gaat naar school.
Maar als er nog een toevoeging in het meervoud volgt, dan wordt de persoonsvorm ook meervoud:
3. Omdat zowel mijn moeder als ik liefhebbers van klassieke muziek zijn, gaan we geregeld samen naar een concert.
Een aantal aannemers heeft/hebben
De persoonsvorm richt zich altijd naar de kern van het onderwerp (Onze Taal). Dat is in dit geval een aantal, dat als bepaling (van de) aannemers heeft. Hetzelfde geldt voor 50 procent van de aannemers heeft/hebben. 50 procent is de kern, van de aannemers de bepaling, met andere woorden: een enkelvoudige persoonsvorm is juist.
Vergelijk Dat slag mensen, Deze categorie combinaties, Dit genre detectives, Dat soort gevallen (Schrijfwijzer).
Veel taalgebruikers vatten een aantal echter op dezelfde manier op als een heleboel, dat als woordgroep een bijvoeglijke betekenis heeft gekregen en dus als ondergeschikt aan het zelfstandig naamwoord kan worden beschouwd. Om fouten te vermijden, is het daarom beter een aantal te vervangen door enkele. Bovendien kan 'een aantal' ook nul zijn!
Anders is het in de zin Een aantal van de systemen die/dat informatie krijgen/krijgt, dient/dienen te worden aangepast. In deze zin krijgen de systemen informatie, niet het aantal: die informatie krijgen is dus juist. Maar de aanpassingen gelden slechts een aantal, zodat de tweede persoonsvorm weer enkelvoud hoort te zijn.
De reizigers wordt/worden verzocht
De persoonsvorm komt in getal overeen met het onderwerp, niet het meewerkend voorwerp of andere zinsdelen. In zinnen waarin het eerste zinsdeel niet als meewerkend voorwerp maar als onderwerp wordt herkend, levert dat begrijpelijke fouten op. In de volgende voorbeelden staat de juiste persoonsvorm tussen haakjes.
Voorbeelden
1. De aanwezigen worden (wordt) verzocht niet te roken. (Iets wordt verzocht aan de aanwezigen.)
2. Die auto's mankeren (mankeert) niets. (Er mankeert niets aan die auto's.)
3. Deze afdeling wacht (wachten) nieuwe reorganisaties. (Reorganisaties wachten aan deze afdeling.)
4. De verstarde structuren zijn (is) nieuw leven ingeblazen. (Nieuw leven is ingeblazen in de verstarde structuren.)
5. De oud-directeur zal (zullen) alle pensioenaanspraken worden ontzegd. (Alle pensioenaanspraken zullen aan de oud-directeur worden ontzegd.)
De VS wil/willen
Volledige namen van landen of instellingen krijgen een meervoudige persoonsvorm, afkortingen enkelvoud, evenals namen van bedrijven (Schrijfwijzer).
Voorbeelden
1. De Verenigde Naties hebben nagelaten een gezamenlijke resolutie uit te brengen.
2. De VS is van zins een aanval op Bagdad uit te voeren.
3. De NS heeft bussen ingezet.
4. Hennes & Mauritz heeft een speciale aanbieding.